Vrijdag 4 februari was een bijzondere dag, we opende het vrouwenbuurtlab in laak. Ik kreeg de eer om samen met Konni van Kaaden de vormgeving van dit evenement te maken. We hadden amper 2 weken en hebben alle vrouwen van het vrouwenlab betrokken door verhalen en spreekwoorden te verzamelen bij hun favoriete lepel. Want wat heb jij met de paplepel ingegoten gekregen? En wat wil je het nieuwe wijkcentrum met de paplepel ingieten? Het thema van de opening!
Op de uitnodiging staat de metafoor ‘met de paplepel ingegoten’. Het thema voor de opening. Eten staat voor ontmoeting, gastvrijheid. Eten verbindt. De lepel is het eerste bestek waar een kind mee eet. Na de tepel, de paplepel. En zo volgde het spreekwoord “Met de paplepel ingegoten krijgen”.
Wethouders Arjen Kapteijns (Sociale zaken en Werk) en Kavita Parbhudayal (Zorg, Jeugd en Volksgezondheid) openden officieel het VrouwenBuurtLab. Noortje van der Kaaden nodigden beide wethouders en de vrouwen Gullu en Nasmoen uit om hun wens voor vrouwen in de wijk met de paplepel in te gieten? De twee wethouders en de vrouwen hebben een wens gedaan, via pollepel in de pan.
Niet alles wat ons met de paplepel is ingegoten is goed. Dat je als vrouw altijd voor anderen moet zorgen en geen vrije keuze kent. Hierdoor vaak geen opleiding heeft kunnen volgen omdat het huwelijk belangrijker voor haar werd geacht. Met deze paplepel willen vrouwen breken.
Maar er zijn ook wijsheden die vrouwen waardevol achten en graag door willen geven aan hun kinderen of aan andere vrouwen in de wijk.
‘Het ontmoetingscentrum brengt vrouwen uit Laak samen. Teveel vrouwen leven nog te geïsoleerd. Ook in Den Haag. Daarom zijn dit soort initiatieven zo waardevol: vrouwen krijgen via activiteiten en ontmoetingen de kans hun isolement te doorbreken en zich verder te ontwikkelen’, zegt wethouder Arjen Kapteijns (Sociale zaken en Werk/
Het ontmoetingscentrum is belangrijk voor Spoorwijk; er wonen relatief veel inwoners met een migratieachtergrond (79% t.o.v. 56% stedelijk) en een laag besteedbaar inkomen (15% onder stedelijk gemiddelde). Het is de bedoeling dat steeds meer vrouwen het nieuwe centrum weten te vinden en zich hier verder kunnen ontwikkelen.
“Veel vrouwen uit de wijk zeggen last te hebben van depressies. En volgens de huisartsen in Laak is er een overconsumptie van zorg en medicijnen. ‘Thuiszitten is hoofdpijn’, wordt regelmatig gezegd. Maar pillen zijn niet de juiste remedie tegen alle klachten. Door elkaar te ontmoeten, mee te doen aan activiteiten en zo stap voor stap te werken aan de eigen ontwikkeling kunnen veel klachten worden verminderd en voorkomen”, aldus wethouder Kavita Parbhudayal van Zorg, Jeugd en Volksgezondheid.
In het programma staan de vrouwen centraal. Noortje start met bedanken, stadsdeel, gemeente, fondsen en onze eigen organisatie voor het mogelijk maken van het VrouwenBuurtLab. Marie Noëlle zong het lied “Ze lacht maar ze huilt” van Maan. Dit lied hebben de wijkcontactvrouwen gekozen omdat dit lied elke vrouw in Laak raakt. Daarna volgden tafelgesprekken met de vouwen en gasten. Salima Ben Hamza sluit deze warme opening af met haar gedicht.